Siebrigje Drost
Hoewel dit verhaal eigenlijk niet gaat over Siebrigje Drost heeft dit verhaal wel die titel gekregen. Want zonder Siebrigje waren wij nooit op de hoofdpersoon van dit artikel gekomen. Dankzij de speurtochten van Yme Drost kunnen wij u kennis laten maken met Jan de Roos, beter bekend als Excellentie De Roos.
Uit de genealogie van Siebrigje Drost leren wij dat zij in Bedum op 3 oktober 1931 is gehuwd met Jan de Roos. Jan is geboren in Ureterp op 23 november 1896. Hij overleed in Groningen op 13 december 1979 en werd begraven in Ureterp. Jan de Roos was de zoon van Sjoerd Jans de Roos en Geertje Willems Jongsma. Tot zover de genealogische gegevens.
Jan de Roos was tot zijn overlijden een begrip in Groningen en omstreken. Met slipjas en hoge hoed en behangen met kettingen en allerlei medailles was hij een bekende verschijning.
Hij zong naar eigen zeggen klassieke muziek. Opera’s van Verdi, liederen van Beethoven en stichtelijke psalmen hadden zijn voorkeur. Zijn zingen leek meer op galmen, want zijn teksten waren meestal niet te verstaan. Het zingen ging gepaard met diep voorover- en achteroverbuigen ongeveer op de maat van de muziek. Zijn stok had hij daarbij opgeheven in de hand en ging met het ritme van het lied mee op en neer. Tijdens het zingen haalde hij de noten uit zijn schoenpunten en wierp ze met trillende uithalen naar buiten.
Hij maakte passanten in de Groninger Herestraat of voor de V&D aan het lachen of, als men hem nog niet kende en te dicht naderde, aan het schrikken. Wie zijn gezang met kopergeld wilde belonen, kreeg dit teruggegooid door een kwade Roos, vergezeld van een scheldkanonnade.
Jan was eerst landarbeider en begon met zingen toen hij in de crisis van de jaren dertig in de werkverschaffing terecht kwam. Hij moest kruiwagens volscheppen en wegrijden. In een interview zei hij eens: “En toen begon ik plotseling te zingen boven de kruiwagen. Verdi en Beethoven, ik zong maar door”.
Na de oorlog reisde Roos het hele Noorden af om in zijn levensonderhoud te voorzien. Over de kwaliteiten van zijn zangkunst waren de meningen verdeeld maar hijzelf vond het geweldig. Op de vraag waarom hij dan nooit op de radio te horen was antwoordde hij: “Daarvoor ben ik te goed. Die mensen van de radio kunnen niet zingen, die kreunen maar wat”.
Hij is eens op de televisie geweest. Als een lokale curiositeit werd hij in 1970 gepresenteerd in “De vuist” van Willem Duys. Tot een echt gesprek kwam het nauwelijks en zingen lukte ook niet. Maar toch kreeg hij van de gastheer twee lintjes opgespeld, waarvan een met de vermelding “Eerste prijs AVRO-voetbaltoernooi”. Een nieuwe trofee voor de slipjas van Roos.
Veel mensen dachten dat Jan Roos arm was, een beetje gek of zielig. Hij werd uitgelachen door de gasten in “De vuist”, werd rondgereden op een wagen tijdens het Eelder bloemencorso – de wagen heette “De Roos van Groningen” – ontving een Academieprijs in Franeker, zong voor de studenten van Vindicat, werd gepest door straatjeugd. Roos onderging dit allemaal “voor de kunst”.
Hij zal ongetwijfeld iets minder bedeeld zijn geweest met verstandelijke vermogens, hij was toch niet zo gek als anderen wel dachten. Dat blijkt uit een uitspraak die hij deed tegen een van zijn plaaggeesten uit de crisisjaren. Hij zei toen: “Laat de anderen maar met de schop werken, ik pak hem nooit weer op.”
Dit artikel is gebaseerd op diverse bronnen die Yme Drost heeft gevonden op internet, zoals de Dorpskrant Buitenpost en de Leeuwardercourant. Op de website kunt u dit artikel ook lezen met daarbij een uitgebreide bronvermelding. Ook vindt u daar een link naar een filmpje op YouTube waarop Jan de Roos te zien en te horen is.
bronnen:
http://www.youtube.com/watch?v=O-j-tPM7al8
http://www.binnenbuitenpost.nl/buitenpost/geschiedenis/janderoos.html
http://www.dodenakkers.nl/beroemd/kunst/181-roos.html
http://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_Roos_%28artiest%29
http://www.dideldom.com/legenden/jan_roos.shtml